Vaccineren

Net als bij honden, raden we ook aan om uw kat of kitten regelmatig te laten vaccineren. Een vaccinatie, ofwel inenting, is een middel dat het afweersysteem van de kat versterkt, maar het dier niet ziek maakt. Zo bouwt uw kat weerstand op tegen een aantal (dodelijke) ziektes.

De enting tegen niesziekte werkt 1 jaar, die tegen kattenziekte minimaal 3 jaar. Bovendien geeft een enkele vaccinatie in alle gevallen een onvolledige bescherming. Daarom moet de eerste vaccinatie na 3 weken herhaald worden. Meer informatie over de verschillende ziektes waartegen we vaccineren kunt u onderaan dit artikel vinden.

Vaccinatieschema

Ons vaccinatieschema is als volgt:

  • 9 weken: katten-en niesziekte
  • 12 weken: herhalingsvaccinatie tegen katten- en niesziekte

Herhaling niesziekte elk jaar, kattenziekte elke 3 jaar. Ook als uw kat ouder wordt en hij vatbaarder is voor allerlei infecties, is het vaccineren tegen deze ziektes noodzakelijk.

Niesziekte: bij een erg hoge infectiedruk kan besloten worden op 6 weken (bij de fokker) al een enting tegen niesziekte te geven.

Rabiës enting: wordt aangeraden als u uw kat meeneemt naar het buitenland. Deze enting is 3-jaarlijks. Deze enting mag pas vanaf 3 maanden leeftijd gegeven worden.

Kat mee naar het buitenland?

Indien uw kat mee gaat naar het buitenland zijn daar bepaalde regels aan verbonden. Zo is het voor elk land verplicht de kat te laten vaccineren tegen Hondsdolheid (rabiës). Deze moet voor landen binnen de Europese Unie minimaal 21 dagen van tevoren gegeven worden. Voor landen buiten de EU gelden andere regels, neem hiervoor ruim van tevoren contact met ons op (minimaal 7 maanden). Kittens kunnen pas vanaf 12 weken worden ingeënt tegen hondsdolheid (rabiës). Dieren jonger dan 3 maanden en 3 weken mogen niet meer vervoerd worden naar het buitenland, aangezien ze nog niet gevaccineerd zijn. Ook is voor het buitenland verplicht dat de kat een chip en een officieel paspoort heeft.

Ook een pension vraagt om vaccinatie van uw kat; dit vanwege voorschriften en verzekeringsvoorwaarden en het hogere besmettingsgevaar. Lees meer op de pagina; Op reis met uw kat.

Niesziekte

Dit is een multifactoriële aandoening en kan veroorzaakt worden door het Calicivirus, het Herpesvirus en soms ook door Chlamydia, een bacterie. De slijmvliezen van de bovenste luchtwegen worden aangetast waarbij vooral neus- en oogontsteking de bekendste symptomen zijn. Aantasting van de mond- en keelholte zorgt ervoor dat de katten niet meer willen eten en vaak treedt ook koorts op. Vooral bij jonge kittens en katten met een slecht immuunsysteem kan de ziekte bijzonder ernstig zijn. Beide virussen kunnen levenslang bij de kat aanwezig blijven waardoor opflakkeringen van de ziekte bij onder andere stress mogelijk is. Omdat beide virussen regelmatig muteren en er steeds nieuwe varianten ontstaan is het wel raadzaam om uw kat jaarlijks te blijven vaccineren.

Kattenziekte

Het virus dat deze ziekte veroorzaakt is erg resistent en kan ook via schoeisel overgedragen worden. De cellen van het spijsverteringsstelsel worden weggevaagd en de kat gaat heftig braken en krijgt (bloederige) diarree. Zelfs drinken is dan pijnlijk en gecombineerd met het braken en de diarree zorgt dat ervoor dat de kat snel uitdroogt en snel kan overlijden. Kittens die tijdens de zwangerschap of kort na de geboorte worden besmet krijgen meestal een hersenbeschadiging.

Hondsdolheid of Rabiës

Hondsdolheid wordt veroorzaakt door een virus dat wordt overgedragen door contact met speeksel van een besmet dier. Ook katten moeten gevaccineerd worden tegen hondsdolheid als ze de grens over gaan, niet alleen om te voorkomen dat het dier in het buitenland met hondsdolheid besmet raakt, maar ook om te voorkomen dat een dier met hondsdolheid in Nederland terecht komt. Een dier met hondsdolheid levert namelijk een groot gevaar voor de volksgezondheid op. De laatste keer dat een hond met hondsdolheid in Nederland is geconstateerd was op 15 februari 2012 toen een pup van 8,5 week oud vanuit Marokko en Spanje uiteindelijk in Amsterdam terecht kwam. Ook indien uw kat vleermuizen vangt is het aan te raden uw kat te laten vaccineren tegen hondsdolheid. Indien uw kat een vleermuis heeft gevangen is het sowieso raadzaam hem/haar binnen 24 uur te laten vaccineren. Deze enting moet 3 a 5 dagen na de eerste enting herhaald worden. Dit is natuurlijk niet noodzakelijk als de vleermuis onderzocht is en hondsdol vrij is verklaard.

Vraag daarom tijdig advies aan uw dierenarts of kijk hier voor meer informatie over ‘reizen met uw kat’.