Ontworming hond

Ontwormen is niet alleen voor uw hond belangrijk; ook uzelf en met name jonge kinderen die regelmatig contact hebben met de hond kunnen een wormbesmetting oplopen! Daarom is het erg belangrijk om regelmatig uw hond te ontwormen met een goed middel. Indien u op reis gaat is het zelfs extra belangrijk uw hond goed te ontwormen. Pups worden besmet via de baarmoeder en melk, daarom is er het eerst half jaar een intensief ontwormingsprogramma noodzakelijk.

Ontwormingsschema

Ontworming op 2, 4, 6, 8 en 12 weken, daarna op 4, 5 en 6 maanden. Vervolgens levenslang elke 3 maanden. In een gezin met jonge kinderen kan het geadviseerd zijn uw hond elke maand te ontwormen.

Buitenland: Indien u tabletten gebruikt moet uw hond elke maand ontwormd worden tot een maand na thuiskomst. Bij een vakantie korter dan vier weken betekent dit de dag van thuiskomst en een maand daarna. Bij pipetten is het voldoende deze toe te dienen voor vertrek en indien u langer blijft elke vier weken.

Er zijn verschillende middelen verkrijgbaar, een pasta, pipet of tabletten. Informeer bij onze assistentes naar de diverse wormmiddelen. Wormmiddelen zijn zonder afspraak op te halen bij de balie. Het is belangrijk om te weten hoe zwaar uw hond is.

Hebt u meerdere huisdieren dan dienen alle dieren gelijktijdig ontwormd te worden.

Indien uw hond last heeft van vlooien is het ook aanbevolen een keer extra te ontwormen. Dit omdat de vlo de lintworm overdraagt.

Welke wormen heeft mijn hond?

Honden kunnen de volgende wormen bij zich dragen:

Deze kunnen o.a. overgebracht worden door andere (huis)dieren, vossen en vlooien.

Spoelwormen

De spoelworm bij de hond heet Toxocara canis. Spoelwormen leven in de dunne darm van hond en kat. Ze kunnen tot wel 18 cm lang worden. Omdat de volwassen wormen vrijwel nooit in de ontlasting en slechts een enkele keer in het braaksel voorkomen is het voor u als eigenaar moeilijk te zien of uw dier besmet is met spoelwormen. Ook de eitjes (rond de 200.000 eitjes per worm, per dag!) zijn met het blote oog niet waarneembaar. Deze eitjes zijn zeer resistent tegen temperatuursschommelingen, en tegen schoonmaakmiddelen en ze kunnen enkele jaren infectieus blijven.

Uw huisdier kan zich besmetten door deze eitjes uit de omgeving op te nemen of door een besmet prooidier op te eten. Pups kunnen in de baarmoeder al besmet raken en zowel pups als kittens kunnen zich via de moedermelk infecteren. Bij volwassen dieren verloopt een besmetting vaak zonder symptomen. Bij pups en kittens valt bij een besmetting op dat de diertjes slecht groeien, mager zijn, maar wel een dikke buik hebben. Ze hebben soms last van diarree en gasvorming.

Ook de mens kan zich met deze eitjes besmetten. Vooral kinderen lopen gevaar bij contact met besmette grond (Uit recentelijk onderzoek in Utrecht is gebleken dat 25% van de parken en 59% van de openbare zandbakken met deze wormeieren besmet zijn!). Na opname van de eitjes komen larfjes vrij die een trektocht door het lichaam maken. Ze veroorzaken overal waar ze in het lichaam vastlopen kleine ontstekingen. In een enkel geval kunnen deze larven in het oog terechtkomen en zo het gezichtsvermogen aantasten of zelfs blindheid veroorzaken.

Ook is uit recent onderzoek gebleken dat allergische reacties bij kinderen met een aanleg voor astma door een spoelworminfectie versterkt kunnen worden.

Lintwormen

De lintworm leeft in de dunne darm. Lintwormen kunnen van enkele centimeters tot méér dan 1 meter lang worden. De lintworm bestaat uit een kop, met daarachter een groot aantal segmenten (proglottiden) die gevuld zijn met eitjes. De achterste segmenten laten los als ze rijp zijn en kunnen zelfstandig uit de anus kruipen. Ze kunnen zichtbaar zijn in de ontlasting of in de haren rond de anus. Als ze opgedroogd zijn zien ze eruit als rijstkorrels. In tegenstelling tot de spoelworm kunt u als eigenaar een besmetting met lintworm soms dus wél zelf vaststellen. De vrijgekomen eitjes worden opgegeten door vlooien. Uw huisdier kan zich besmetten door een geïnfecteerde vlo op te eten. Ook kinderen kunnen zich door het opeten van een vlo met deze lintworm besmetten. Dit heeft verder, in tegenstelling tot de spoelworm, geen nadelige gevolgen.

Haakwormen

Haakwormen zijn veel voorkomende parasieten in de dunne darm van honden en katten. Honden kunnen worden besmet door het inslikken van de larven van de haakworm via besmette grond of via larven die actief door de huid van de hond heen dringen. Ook pups kunnen direct na de geboorte worden besmet via de moedermelk.

Volwassen haakwormen leven in de dunne darm van honden waar ze eitjes leggen die via de uitwerpselen van de hond in de omgeving terechtkomen. Binnen enkele weken komen er larven uit de eitjes, die klaarstaan om de hond te besmetten. Na de besmetting beginnen de larven te migreren totdat ze hun uiteindelijke bestemming bereiken: de darmen van de hond, waar ze zich ontwikkelen tot volwassen wormen die eitjes leggen. Sommige larven bereiken de darm niet: zij blijven ingekapseld in verschillende organen totdat een stimulus, zoals zwangerschap, ze opnieuw activeert en ervoor zorgt dat ze opnieuw gaan migreren, in de darmen terechtkomen en zich ontwikkelen tot volwassen wormen.

Larven die door de huid heen dringen, veroorzaken een hevige, jeukende ontsteking; migratie door het ademhalingsstelsel kan leiden tot ontsteking en hoesten. Volwassen wormen hechten zich met haakvormige tanden aan de darmwand en leven van bloed en weefsel, waardoor ze onbehagen, bloederige diarree en bloedarmoede veroorzaken. Dit wordt nog verergerd door hun sterke neiging om over het darmoppervlak te migreren, zodat ze bloedende wonden achterlaten die vooral voor pups gevaarlijk zijn.

De aanwezigheid van 500 wormen kan ervoor zorgen dat een puppy van 2 kg in één dag tijd de helft van zijn totale hoeveelheid bloed verliest en daardoor overlijdt.

Aangezien pups vlak na de geboorte besmet worden en constant opnieuw besmet worden via de moedermelk of door de omgeving, is het belangrijk om in hun allereerste levensweken te beginnen met de wormdodende behandeling en om ze ook daarna vaak te behandelen. De teefjes moeten tegelijkertijd worden behandeld. Dit voorkomt dat pups de ziekte ontwikkelen en wormeneitjes uitscheiden via hun ontlasting, zodat de omgeving niet besmet wordt.

Vanwege de grote verspreiding van haakwormen en het gemak waarmee de besmetting kan worden opgelopen, moeten ook volwassen honden regelmatig worden behandeld.

Zweepwormen

Zweepwormen zijn parasieten die vaak voorkomen in de dikke darm van honden; ze zijn dun en 5-7 cm lang. Zweepwormen gebruiken hun mond als een speervormig zwaard waarmee ze in de darmwand steken en deze doorboren en ze leven van het vrijkomende bloed en weefselvloeistoffen.

Een hond kan zweepwormen krijgen door de besmettelijke eitjes ongewild in te slikken via besmette grond. Vanwege de bijzonder grote weerstand van deze eitjes is het erg moeilijk om ze in de omgeving te bestrijden. In de darmen van de hond komen de eitjes uit en binnen enkele weken ontwikkelen de larven zich tot volwassen wormen die eitjes leggen. Aangezien de eitjes niet regelmatig worden uitgescheiden, kan de diagnose lastig te stellen zijn en kan er meer dan één onderzoek van de ontlasting nodig zijn.

Vanwege hun eetgewoontes kunnen zweepwormen bloederige diarree, gewichtsverlies, bloedarmoede en uitdroging veroorzaken, vooral in het geval van een ernstige besmetting.

Hartwormen

De hartworm komt voor in Midden en Zuid-Europa. Deze worm kan dodelijk zijn voor uw huisdier. Een hond of kat die wordt gestoken door een bepaalde muskiet kan worden besmet met de larfjes van de Dirofilaria immitis. In het lichaam groeien de larven uit tot wormen van wel 25 centimeter lang. Ze kunnen jarenlang in leven blijven. De wormen nestelen zich in het hart en de longslagaders.

Vossenlintworm

De vos is een gastheer voor een aantal ziekteverwekkende organismen (virussen, bacteriën en wormen). De vossenlintworm is overdraagbaar tussen mens en dier, dit is dus zoönose en daarom extra gevaarlijk. In de ontlasting van vossen kunnen stukjes lintworm met eitjes voorkomen, deze kunnen door kleine knaagdieren, maar ook door de mens worden opgenomen. Denk daarom altijd goed aan de hygiëne als u met uw hond in een omgeving komt waar vossen voorkomen!

Er zijn verschillende manieren waarop u en uw huisdier eitjes kunnen binnen krijgen:

  • eten van bosvruchten
  • tuinieren
  • eten met bevuilde handen
  • contact met (jacht)honden en huisdieren(katten eten muizen)
  • contact met de vacht of uitwerpselen van de vos

Twijfelt u of uw hond misschien wormen heeft of heeft u een vraag? Neem gerust contact met ons op.